Op mijn knieën tussen de kruiden en de pompoen planten zit ik te zoeken naar kruiden die weg gehaald kunnen worden. Zwarte vegen op mijn voorhoofd en hier een daar een spinnetje op mijn broek. Dag 3 van mijn werkweek. Het re-integreren gaat volgens plan. Ik sta wat te snel op en ben wat duizelig. Ik loop naar de kruiwagen en kijk naar de oogst van de dag. Palmkool, boontjes en snijbiet liggen daar te wachten om verkocht te worden. Ik pak de kruiwagen beet en loop naar het theehuisje verder op het terrein. Onderweg voel ik dat ik wat moe ben. Ik betrap mezelf erop dat ik hiervan baal en me afvraag waardoor dit kan. Wat heb ik nou helemaal gedaan net? Als een jahova getuige zo overtuigend kwam er een stem op in mijn achterhoofd: Heb je wel opgelet?!! Nog geen jaar geleden heb je uitgesproken dat je niet meer wist hoe verder te gaan. De alarmbellen gingen af en je bent in elkaar gezakt. LETTERLIJK! En nu loop je je af te vragen hoe het zou kunnen dat je wat moe bent nadat je dag 4 van de week in de weer bent met herstellen?
Daar is ze weer! Mijn innerlijke stem.
"Ze neemt me mee op reis in mijn hoofd, naar gebeurtenissen die herinnerd mogen worden."
Terwijl de wanhoop overwon zijn er een aantal dingen gebeurd. In de tijd dat mijn psycholoog vroeg of ik nog verbinding met de wereld voelde moest ik haar eerlijk toegeven dat ik dit niet meer zo ervaarde. Toen ze me daarop stellig zei; als je op het punt staat.. BEL JE ME! was mijn reactie daarin tegen; ik zal je niet hoeven bellen, want ik ben te koppig om überhaupt te stoppen. Dit woordje koppig bedoelde ik eigenlijk te krachtig mee, maar wilde ik me nog niet aan toe geven. Als ik er over fantaseerde rust te hebben, ging mijn hart sneller kloppen. Als ik erover nadacht, boven te komen en de vraag te krijgen van iemand aan de poort : nou? Als je terug kijkt, heb je dan gedaan waar je gelukkig van wordt? kreeg ik een knoop in mijn maag.
Wat ik niet meer wilde was dus heel duidelijk. De wanhoop, het gevoel constant te moeten overleven, onder hoogspanning te staan en geen adem te krijgen. Maar wat ik dan wel moest doen? Geen idee. JA, onder de grond gaan liggen en wachten tot de storm voorbij was. Maar deze storm zat in mijn hoofd, mijn lijf. Trauma behandeling, rust en medicatie waren het recept tegen de storm. Ik vloog van al mijn kracht in al mijn kwetsbaarheden. Ik wist dat ik hiervoor een buddy nodig had. Iemand die mij op mijn krachten aan zou spreken, met me zou kijken dat wat er in me zit, er altijd zal blijven zitten. Na hard werken, veel schreeuwen, veel nee horen en onbegrip heb ik de juiste gevonden. Een coach die met mij, mijn talenten onderzoekt. Mij een spiegel voorhoud. Daarnaast mijn psycholoog die me opbouwt nadat ik breek. Ik moet er de laatste tijd vaak bij gehaald worden. Wanneer het over trauma gaat, verlies ik m'n lijf naar toen. Maar ik kom altijd weer terug naar hier. En ik ben weer hier. Met mijn handen aan de kruiwagen. Op weg naar het theehuisje, nadat ik gewerkt heb in de tuin.
Als ik moet re-integreren, weer in moet komen in het echte leven. Na zo een lange tijd geleefd te hebben met depressie, PTSS en slaap tekort. Wat is dan gezond voor een mens? Mijn re-integratie week op werk : wandelen, werken in de tuin, inloop voor een praatje en een bakje koffie, koken en bakken, spelletjes doen en bovenal; onder de mensen zijn.
Ik leg de oogst in de kistjes, schrijf erbij wat het is en pak een bakje thee. Ik voel me minder moe, integendeel. Vol energie. Ik heb nog geen dag van mijn opbouw gemist, geen sessie van trauma behandeling gemist en mijn coaching traject brengt verborgen talenten met zich mee.
Het is hard werken, dat herstellen. Mag daar best een beetje moe van zijn.